Jacobsladder 1981-3
H E T
O T T O O T J E
Jacobsladder 1981-3 blz -1
Woubrugge 1981
Redactie: H. van der Wereld, Kerkstraat 24, Hoogmade
H. Bosman,
Dokter Lothlaan 22, Woubrugge tel. 01729-8807
Jaargang 1, nr. 3, november 1981
We hebben u in dit blad al vaker verteld over de plannen om
een tentoonstelling in te richten rond de persoon van
Otto Cornelis van Hemessen. We hebben daartoe nu zoveel
interessant materiaal gevonden dat een tentoonstelling zeker
erg interessant kan worden.
Het probleem is echter, dat deze hoeveelheid materiaal niet
tentoongesteld kan worden zoals dat behoort. Daartoe
ontbreken in het museum te Woubrugge helaas de nodige
voorzieningen. Het bestuur heeft daarom bij brief van
1 oktober j.l. het college van burgemeester en wethouders in
overweging gegeven om over te gaan tot de aanschaf van een
aantal vitrines. Hoewel deze voorzieningen vrij kostbaar
genoemd mogen worden, acht het bestuur een dergelijke
aanschaf erg zinvol. Deze vitrines heeft men namelijk voor
altijd, en in de toekomst kan dan gemakkelijker van elders
archiefmateriaal te leen wörden gevraagd, wanneer men weet
dat de stukken veilig tentoongesteld kunnen worden. Tot op
heden hebben wij nog geen reactie van het college ontvangen,
maar zo gauw er berichten zijn houden we u daarvan
natuurlijk op de hoogte.
Onze vereniging groeit gestaag sinds onze jaarvergadering,
op 15 september j.l., hebben wij weer een aantal nieuwe
leden mogen inschrijven en we hebben er nu ongeveer zestig.
Daar zijn we erg blij mee, maar: er kunnen er nog meer bij!
Nu de woningen aan het Cornelis Spronghplantsoen in
Hoogmade hun voltooiing naderen, gaan we deze nieuwe wijk
"bewerken". Een dezer dagen ontvangen de nieuwe bewoners een
schrijven waarin wij, de vereniging, ons voorstellen en
vertellen wie en wat we zijn.
De bewoners van het Cornelis Spronghplantsoen krijgen
allemaal het boekje: "Cornelis Sprongh - Ambachtsheer Van
Hoogmade”, om hun te vertellen waar hun straatnaam vandaan
komt. Het boekje is ook bedoeld om hen te laten zien wat we
als vereniging doen. Ook de leden die niet aan het Cornelis
Spronghplantsoen wonen zullen een dezer
dagen deze nieuwe publicatie in hun brievenbus vinden.
We hopen dat deze actie weer een aantal nieuwe leden zal
opleveren al blijven we wel zeggen dat we er beslist niet
naar streven om de grootste vereniging in de gemeente
Woubrugge te worden.
In het archief van de secretaris berust een copie van het
omstreeks 1870 door J.K. de Regt geschreven blijspel,
met zang in twee bedrijven "Het boerinnetje van Woubrugge",
dat zich geheel afspeelt in het boerenmilieu van Woubrugge
omstreeks 1870. Er zullen waarschijnlijk maar weinig mensen
zijn die dit toneelspel kennen want het boekje is zeer
zeldzaam. We weten maar van het bestaan van één exemplaar en
dat berust in de bibliotheek van de Maatschappij van
Nederlandsche Letterkunde te Leiden.
Het leek ons wel een leuk idee om dit totaal in het
vergeetboek geraakte spel in Woubrugge weer eens op te
voeren. We zijn echter zelf niet zulke bijzondere acteurs,
vandaar dat wij kontakt hebben gezocht met de Hoogmadese
toneelgroep van de NKJB. Deze groep heeft in het verleden al
heel wat goedbezochte stukken opgevoerd. In mei van dit jaar
oogstte deze groep veel succes met een musical met als
onderwerp "Honderd jaar katholiek onderwijs in Hoogmade”. De
toneelgroep heeft de tekst van "Het boerinnetje van
Woubrugge” gekregen en zal zich beraden over een opvoering
van dit stuk.
Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen en we hopen
dat dat zal leiden tot een leuk toneelavondje in Woubrugge.
Konden we in een vorig nummer van “Het Ottootje” de
oprichting melden van de stichting "Oud Leimuiden", thans
kunnen we u vertellen dat men ook in een andere
buurgemeente, namelijk Alkemade, een zusterorganisatie in
het leven heeft geroepen. Ook in Roelofarendsveen zitten
mensen die belangstelling hebben voor de geschiedenis van
hun dorpen van Oude en Nieuwe Wetering, de Kaag,
Rijpwetering en Oud Ade. Het kontaktadres van deze
buurvereniging is:
Jacobsladder 1981-3 blz -2
Tom van der Meer, Zuideinde 125 in Roelofarendsveen, tel.
01713-4894. Hij was medesamensteller van twee succesvolle
fotoboeken over oud-Roelofarendsveen. Ook met deze Veense
oudheidkundige vereniging hebben wij kontakten gelegd en
gaan we publicaties uitwisselen. We wachten af welke
gemeente(n) in de omgeving deze voorbeelden gaan volgen •••
Als volgend deeltje in onze Serie “Historische publicaties”
verschijnt een dezer dagen van de hand van onze secretaris:
"Cornelis Sprongh, ambachtsheer van Hoogmade".Voor deze
figuur uit de geschiedenis, die van 1692 tot 1706 heer van
Hoogmade was, is gekozen vanwege de oplevering van de
woningen aan het nieuwe Cornelis Sprongh-plantsoen.
Deze naam werd destijds aangedragen door onze
vereniging en op 20 november 1980 besloot de gemeenteraad
deze suggestie via het college van burgemeester en
wethouders te aanvaarden.
We blijven doorgaan met het samenstellen van deze boekjes.
Zo staat er een deeltje gepland over de Woubrugse brandweer
in 1780. Het is de bedoeling dat dit boekje verschijnt
wanneer de nieuwe brandweerwagen aan Woubrugge wordt
afgeleverd.
We hebben vergevorderde plannen voor boekje over het
gemeentewapen, de ambachtsheren van Hoogmade,
dokter Gerbrand Swart, archeologische vondsten
in de gemeente Woubrugge en dominee Alexander Comrie.
Sinds 28 augustus is in de voormalige boerderij van
W. van Leeuwen aan de Klaverwijdenweg in Hoogmade antiek
te koop.
Op vrijdagmiddag 28 augustus j.l opende burgemeester
D. Brouwer_de_Koning dit nieuwe bedrijf van
Joop van Leeuwen en
Geertje van Leeuwen.
De burgemeester deed dit door het onthullen van een bord met
het opschrift ”Antiek”.
In zijn openingsspeech zei de burgemeester dat men in de
gemeente Woubrugge ”gek is op boerderijen" en dat men er
alles aan doet om ze, al dan niet als agrarisch bedrijf,
te behouden. Blij was Woubrugge's eerste burger ook met het
feit dat de thans gevestigde antiekhandelaar en -
restaurateur, overigens heel toevallig, ook Van Leeuwen
heet.
Jacobsladder 1981-3 blz -3
Hij is geen familie van de heer W. van Leeuwen, die
jarenlang het boerenbedrijf op deze plaats uitoefende.
Daardoor blijft er een traditie gehandhaafd voor wat betreft
de naam van de bewoners van deze eeuwenoude boerderij. De
Klaverweyde, zoals de antiekboerderij genoemd is, bestond al
in 1692. Toen woonde hier Jan Cornelis Kleyn.
Op 15 november 1708 had er een publieke verkoop plaats naar
aanleiding van insolventie (faillietverklaring) van
Govert van Noort. In 1710 kwam Frans Doesburg op de
boerderij en tien jaar later IJsbrand Doesburg. Op 20
februari 1741 had open verkoop plaats aan
Klaas van Leeuwen. In 1743 kwam de boerderij in het
bezit van Frans van Egmond. De 30ste april 1766 werd de
boerderij wederom verkocht,
deze keer aan P. van `t Woud. Precies tien jaar was het
bedrijf daarna eigendom van Ary van `t Woud. De zoon van
Gerrit van `t Woud kwam op 17 oktober 1776 op de
boerderij; zijn weduwe ging op 13 april 1835 wederom tot
verkoop over, waarna Jacob van Tol de nieuwe eigenaar
werd. Van Tol op zijn beurt verkocht het bedrijf aan
Hendrik van Goozen. Deze transactie had plaats op 2 mei
1842. Nog diverse malen veranderde het bedrijf van eigenaar.
Op 3 januari 1851 kocht Klaas van Leeuwen het geheel,
terwijl op 7 augustus 1858 de boerderij over ging in handen
van de gebroeders Willem van Leeuwen en
Gerrit van Leeuwen. In 1868 werd Willem van Leeuwen
eigenaar. De 25ste Mei 1910 werd Johannes van Leeuwen de
bezitter, die op zijn beurt de boerderij overdeed aan zijn
zoon Willem van Leeuwen. Het was deze laatste die
onlangs stopte met het boerenbedrijf en zijn intrek nam in
een naast de boerderij staand houten burgerhuis.
Ter gelegenheid van de opening van "De Klaverweyde” schonk
Joop van Leeuwen een prachtig cadeau aan het
gemeentebestuur. Tijdens de verbouwing werden in een
afgesloten keldergedeelte een aantal oude tegels gevonden,
namelijk een gekleurde randtegel van ongeveer driehonderd
jaar oud en een Delftsblauwe tegel met een geschatte
leeftijd van tweehonderdvijftig jaar. Deze tegels zijn nu te
zien in het Museum "Van Hemessen" te Woubrugge.
HANS van der Wereld
Jacobsladder 1981-3 blz -4
STENEN SARCOPHAAG BIJ DE NEDERLANDS HERVORMDE KERK TE
WOUBRUGGE
Op het grondgebied van de gemeente Woubrugge zijn meerdere
malen archeologische vondsten gedaan, zoals aardewerk,
munten en dergelijken. Over één vondst - in 1743 gedaan in
de Polder Vierambacht -, willen we hier iets meer vertellen.
Het betreft een stenen sarcophaag.
Meer bemiddelde mensen werden vroeger in houten kisten in
kerken begraven, arme doden werden destijds in een kleed
of mat gewikkeld en geestelijken en zeer aanzienlijken in
een stenen doodkist of sarcophaag.
De Jacobswoudse sarcophaag is van meer historische waarde
dan men op het eerste gezicht geneigd zou zijn te denken. In
de zomer van 1910 zijn te Aken in de Munsterkerk opgravingen
gedaan door archeologen. Bij die gelegenheid werd de
sarcophaag van Otto_III gevonden. Deze kist was van
dezelfde afmetingen en van dezelfde soort steen als de kist
die in Jacobswoude werd gevonden . De professor Kist en
professor Van Gelder meldden in de “Bijdrage tot de
geschiedenis van Utrecht” dat deze zeldzame kisten nog tot
de vijftiende eeuw werden gebruikt.
In_geen enkel geschrift van ds. A. Comrie, die van 1735
tot 1773 te Woubrugge stond, vonden wij omtrent de
sarcophaag iets vermeld, echter wel in die van zijn collega
ds. J. Pot uit Oudshoorn. Ds. Pot hield in 1766 een
feestrede die in druk werd uitgegeven. Hij schreef:
“Jacobswoude, omtrent 1000 roeden van Oudshoorn gelegen,
waarvan de kerkfondamenten, nevens een steenen lijkkist,
thans te Woubrugge te zien, zijn opgegraven”.
De vondst raakte in de loop der jaren geheel in het
vergeetboek. De kist was reeds gebroken en de helft daarvan
op een puinhoop terecht gekomen, terwijl een deel van het
deksel gelegd was in het voedpad voor de achterdeur van het
kerkgebouw. Na ijverig speuren werd door de Woubrugse
oudheidkundige O.C. van Hemessen in het begin van deze eeuw
het andere deel van het deksel gevonden. Dit lag voor een
staldeur op het erf van een landbouwer ••• Toen alles weer
kompleet was konden de fragmenten verzame1d worden en kon de
kist gerestaureerd worden. Jarenlang, sinds 1926, heeft de
stenen sarcophaag in de hal van het vorige gemeentehuis
gestaan. Thans is het historisch object te zien tegen de
zuidelijke muur van de Nederlands Hervormde kerk.
Jacobsladder 1981-3 blz -5
De afmetingen van de kist zijn: bovenzijde 210, 71,
210 en 51 cm, onderzijde 198, 60, 196 en 42 cm. De hoogte
bedraagt 35, 40, 41 en 36 cm., terwijl het deksel de
volgende afmetingen heeft: 230, 95, 235 en 75 cm. In het
boek “Vroegmiddeleeuwse zandstenen sarcophagen in Friesland
en elders in Nederland” omschrijft H. Martin op blz.
90-91 de Woubrugse kist als volgt: kist en dekselfragment
van arkose, vrij fijnkorrelig, bevat enkele glimmerblaadjes,
veldspaatkorreltje en veel leigesteenten; kist gebarsten;
uitwendig grof behakt; inwendig vakvormig gespitst (3-5 mm
diep); dekselfragment onversierd.
HANS VAN DER WERELD
AMBACHTSHEER MR.JACOB HERMAN VINGERHOEDT
In 1799 verkocht ambachtsheer
Mr. Th. van der Aar_de_Sterke het ambacht
Esselijkerwoude voor f. 96.000,- aan Hr. Jacob Herman
Vingerhoedt. Bij dit ambacht behoorde ook het water de
Kromme Does, dat enige tijd het eigendom van geweest van de
ambachtsheer van Warmond. Ook het rechthuis behoorde tot
het ambacht, waaruit dus blijkt dat het tegenwoordige
restaurant “Het Oude Raedthuys” in vroeger eeuwen het
persoonlijk eigendom was van de ambachtsheer.
MR. Jacob Herman Vingerhoedt werd geboren te Rotterdam als
zoon van Mr. Herman Vingerhoedt en Maria 's
Graafweg. Zijn doop had plaats op 15 juni 1730, in de
Gereformeerde kerk. In 1748 werd hij te Leiden als student
in de rechten ingeschreven. Na zijn studie werd hij in 1759
gekozen als schepen te Rotterdam. In de jaren 1759 en 1760
was hij als schepen-commissaris belast met de zaken van de
Gemeenlandsniddelen. In de jaren 1761, 1762, 1783, 1784 en
1787 fungeerde hij als Vredemaker, uit welk ambt hij op
30 januari 1788 werd ontheven.
Op 22 september 1768 werd hij gekozen in de vroedschap,
waaruit hij op 30 januari 1788 door commissarissen van Zijne
Hoogheid ontslagen werd. Op 7 november 1768 volgde zijn
benoeming tot weesmeester, welke functie hij tot 1773 heeft
vervuld.
Hij fungeerde in de jaren 1769, 1772, 1775~ 1784 en 1787
Jacobsladder 1981-3 blz -6
als "Boonheer" en als gedeputeerde ter dagvaart in de jaren
1769-1775, 1779-1782 en 1785-1787.
In meergenoemd jaar 1769 nam hij tevens de functie van
sterfman van de heerlijkheid Cool op zich.
Fabrijkmeester was hij in 1773, 1774, 1778 en 1782 en
daarnaast in 1773 nog commissaris van de wijken.
In 1775-1777 en 1787 zien wij hem, verschijnen als
commissaris van de Leenbank.
Op 21 oktober 1780 werd hij benoemd tot burgemeester van
Rotterdam, welke functie hij bekleedde in de jaren 1780,
1781, 1785 en 1786, waarna hij op 29 april 1787 ontslagen
werd, op 20 september van datzelfde jaar weer terugkeerde
en op 30 januari 1788 definitief afgezet werd.
Als rekenmeester fungeerde hij in 1780 en 1782. Hierna
werd hij op 24 september 1787 benoemd tot commissaris van de
Wisselbank, welke functie hij door afzetting op 30 januari
1788 moest neerleggen.
Ook in de schutterij heeft hij lange tijd een rol gespeeld.
Hij bekleedde namelijk de volgende rangen: kapitein
(1759-1764), sergeant-majoor (1769-1772), luitenant-kolonel
(1773-1774) en kolonel (1775-1776).
Naast dit alles is hij nog schepen van Schieland en maecenas
van het Bataafsch Genootschap geweest.
Hij overleed als vrijheer van Esselickerwoude en Heer
Jacobswoude te Brussel aan een beroerte op 10 juli 1788 en
werd te Rotterdam begraven in de Franse kerk op 20 juli
1788. Mr.Jacob Vingerhoedt was op 10 december 1754 te
Rotterdam gehuwd met Jacomina Antonia Terwen, gedoopt te
Rotterdam op 10 december 1731 en overleden te Moordrecht op
26 augustus 1800 na verval van krachten. Zij was een dochter
van Antony Terwen en Johanna Boutkan. Uit het
huwelijk van Mr. Jacob Herman Vingerhoedt en Jacomina
Antonia Terwen zijn geen kinderen geboren.
Jacomina Antonia Terwen schonk in de zomer van het jaar
1794 het prachtige Mitterreiter - orgel in de kerk van
Woubrugge; dit kostbare instrument werd op 25 juni plechtig
in gebruik genomen. De Leidse organist Chr. F.R. Ruppe
bespeelde het toen voor de eerste maal. De ambachtsvrouwe
overleed kinderloos in 1800 en de heerlijkheid
Esselijkerwoude ging nu over op het geslacht Van
Hoogstraten. De kinderen van
Mr. Jan Willem van Hoogstraten erfden het ambacht van
hun tante Jacomina en bezaten het tot l834.
Mr. Van Hoogstraten was gehuwd met een zuster van Jacomina
Antonia Terwen, namelijk Maria Johanna Terwen.
Jacobsladder 1981-3 blz -7
De herinnering aan Mr. Vingerhoedt en Mr. Van Hoogstraten
wordt in Woubrugge levendig gehouden door de
Vingerhoedtstraat en de Van Hoogstratenlaan.
HANS VAN DER WERELD
NB. Met dank aan drs. R.A.D. Renting, archivaris van
Rotterdam, voor het verstrekken van enige inlichtingen.
Onder deze titel verschijnt een verzamelwerk over de
geschiedenis van de stad Leiden. Het eerste van de dertien
afleveringen, die gaat over de “Leienaars en hun feesten” is
op 1 oktober door de Leidse boekhandel De Kler op de markt
gebracht. Hoewel niet handelend over Woubrugge, zouden we
iedereen deze zeer fraaie en betaalbare reeks willen
aanraden. Iedereen kent immers de stad Leiden en bovendien
voert, Dick de Boer de eindredaktie van deze met veel
illustraties in kleur opgezette serie. Dick de Boer was
destijds mede-oprichter van onze vereniging en ruim een jaar
voorzitter.
Iedere maand verschijnt er een 28 pagina´s tellende
aflevering, die voor f 6,50 in de boekhandel verkrijgbaar
is. Boekhandel De Kler stelt voor f 14.95 een fraaie band
ter beschikking waarin men zelf middels een zeer eenvoudig
systeem de afleveringen kan inbinden. Op die manier ontstaat
dan een fraai boek over Leiden.
”Haring, hutspot en wittebrood” is een zeer originele
serie en beschrijft de geschiedenis van de Sleutelstad op
een leuke manier. Vooral “de gewone man” komt aan de orde,
en duidelijk wordt beschreven hoe de “Leienaar” door de
eeuwen heen leefde. Mensen die destijds de
NOS-televisieserie “58 miljoen Nederlanders” volgden en
daarvan de afleveringen kochten hebben een beetje een
voorbeeld van “Hutspot” etc.
Wat dacht u van een reeks “Koeien, schepen en turfstekers,
tien eeuwen Woubrugge en de Woubruggenaren”??
Jacobsladder 1981-3 blz -8
INHOUD
1 Verenigingsnieuws.........................1 - 3
2 Antiek in historische boerderij,..........3 - 4
door Hans van der Wereld.
3 De stenen sarcophaag,
door Hans van der Wereld..................5 - 6
4 Ambachtsheer Mr. Jacob Herman Vingerhoedt,
door Hans van der Wereld..................6 - 8
5 Hutspot, haring en wittebrood
(boekbespreking)..............................8